Het volgende raadsel kent u vast wel. Een Turks-Nederlandse man en zijn dochter zijn onderweg in de auto. Er is een ongeluk, en de man overlijdt ter plekke. Het meisje wordt zwaargewond naar het ziekenhuis gehaast, waar in de operatiekamer de chirurg terugschrikt en zegt: Ik kan dit meisje niet opereren, het is mijn eigen kind! Rara, hoe kan dat? De oplossing is natuurlijk: de chirurg is de moeder van het meisje.

Sta me toe het raadsel nog even te vervolgen. Stel u voor dat niet de dochter, maar de moeder een ongeluk had, toen ze nog maar 10 jaar oud was. Een motor rijdt haar aan en ze krijgt onherstelbaar hersenletsel. Het Nederlands Rekencentrum Letselschade bepaalt het bedrag van de schadevergoeding, maar de verzekeraar van de motorrijder vindt dat maar 16% van dat bedrag uitgekeerd hoeft te worden. De reden? De statistieken. Want als Turks meisje zou deze vrouw waarschijnlijk jong kinderen krijgen, tussen haar 26e en 36e niet werken, en daarna niet voor meer dan 50%. Haar hele potentiële carrière als traumachirurg is met één grote statistische zwiep van tafel geveegd. De vrouw vecht deze beslissing aan, maar de rechter stelt de verzekeraar in het gelijk. Rara, hoe kan dat?

De jonge vrouw uit dit voorbeeld bestaat echt, net als de manoeuvre van de verzekeraar én de uitspraak van de rechter, gedaan in de laatste week van vorig jaar.

In de handen van een verzekeringsmaatschappij zijn statistieken een machtig instrument. Maar nog machtiger is de kracht van een idee. In dit geval het idee dat je mogelijkheden en je inkomen al bij voorbaat beperkt zijn omdat je hoort tot een bepaalde groep. Kennelijk is dat een idee dat niet alleen wordt onderschreven door SNS Reaal (een staatsbedrijf, nota bene), maar ook door de rechterlijke macht.

De vanzelfsprekendheid waarmee wordt aangenomen dat minderheden en vrouwen minder succesvol carrière maken — ja, zelfs kúnnen maken — is verontrustend. Een paar jaar geleden kreeg ik zelf van iemand te horen dat ik ‘dubbel gehandicapt’ ben. Ik ben een Turkse Nederlander en ook nog vrouw. Maar mijn vrouw-zijn en mijn internationale achtergrond zijn geen handicaps, ze horen juist tot mijn beste kwaliteiten!

De strijd voor emancipatie is uiteindelijk geen strijd tegen statistieken, maar tegen eenzijdige beeldvorming en vicieuze cirkels in benoemingsprocessen. Het idee dat dit probleem zichzelf oplost naarmate een nieuwe generatie het roer overneemt, is naïef. Emancipatie is niet een organisch proces dat zich met de tijd automatisch voltrekt – het vereist een keuze.

En met alle andere uitdagingen waar we voor staan, van klimaatverandering tot economische crisis, kunnen we die keuze niet langer uitstellen. Een ander idee is dat vrouwen zich maar moeten aanpassen, om zich dan darwinistisch omhoog te vechten. Maar wat we nodig hebben zijn geen vrouwen die zich aan mannelijke sjablonen conformeren, maar juist bevlogen en getalenteerde professionals die op en top vrouw zijn.

Laten we ophouden met onze vrouwen — Turks of niet — weg te zetten op basis van (statistische) analyses en ingesleten verwachtingen. Daar waar vrouwen anders zijn dan mannen schuilt in dat anders-zijn juist een broodnodig talent dat we met beide handen moeten vastpakken.

Misschien dat dan een ander idee zijn kans krijgt om te bewijzen dat het machtiger is dan elke statistiek. Het idee dat emancipatie niet alleen ‘moet’ omdat het rechtvaardig is, maar omdat Nederland er baat bij heeft als de ontwikkeling van ons vrouwelijk talent niet meer a priori belemmerd wordt. Niet door werkgevers en overheden, en zeker niet door verzekeraars en rechters.

Bercan Günel is managing director Woman Capital